Toespraak Dodenherdenking burgemeester Van Soest 4 mei 2021
Vandaag herdenken we de vele slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Maar we staan ook stil bij slachtoffers van oorlogen, gewapende conflicten en vredesacties in deze tijd, waar ons land bij betrokken was of is. Naast deze landgenoten willen wij in het bijzonder ook de burgers uit andere landen herdenken, die hún leven gaven voor ónze vrijheid.
Net als vorig jaar, herdenken we vanwege de coronacrisis op een andere manier dan we zouden wensen. Helaas geen troostrijk samen herdenken rond de oorlogsmonumenten in onze gemeente. Wel kunnen we op afstand samen herdenken en stilstaan bij wat vrijheid voor ons betekent.
Voor de meesten van ons betekent de coronacrisis een ongekende beperking van onze alledaagse en vanzelfsprekende vrijheden. Het was een geheel nieuwe ervaring: verlaten winkelstraten, gesloten kantoren en cafés, de dringende oproep om thuis te blijven en – tot voor kort ondenkbaar – zelfs een avondklok. Nu er nog slechts enkelen in leven zijn die zich de Tweede Wereldoorlog actief herinneren, en het overgrote deel van de Nederlandse bevolking zelf nooit oorlog heeft gekend, is de huidige crisis de eerste grootschalige confrontatie met vrijheidsbeperking.
Na bijna 76 jaar in een vrij land te leven, hebben we ervaren hoe het is om aanzienlijk minder vrij te zijn dan we al die jaren gewend waren. Er zijn mensen die om die reden de vergelijking met een oorlog maken.
Al zijn er veel verschillen, er zijn ook zeker overeenkomsten. We konden ons anderhalf jaar geleden niet voorstellen dat corona hier voet aan de grond zou krijgen. Net als de coronacrisis zagen wij in Nederland de betrokkenheid bij de Tweede Wereldoorlog niet aankomen. Voordat de Duitsers Nederland binnenvielen, dachten de meesten dat ons land net als in de Eerste Wereldoorlog, neutraal zou weten te blijven. Neutraliteit was in 1940 dan ook al een eeuw het uitgangspunt van het Nederlandse buitenlandse beleid.
Een andere overeenkomst is dat we ook nu geconfronteerd worden met een vijand, al is het een onzichtbare. We hebben te maken met slachtoffers en angst dat onze dierbaren getroffen worden.
Maar voor velen is de belangrijkste overeenkomst dat we vrijheid hebben ingeleverd. In dit geval om de meest kwetsbaren in onze samenleving te beschermen en de mensen in de zorg niet nog meer te belasten. We zorgen ervoor dat medici niet de mensonwaardige keuzes hoeven te maken wie het meest recht heeft om gered te worden. Dat zijn de afschuwelijke keuzes die we in de Westerse wereld kennen van de verhalen over oorlogen en niet van de bestrijding van een ziekte.
Maar vooral zijn er natuurlijk immens grote verschillen tussen de pandemie en de Tweede Wereldoorlog. Immers; honger, bombardementen, het wegvoeren naar vernietigingskampen als je niet de juiste cultuur, het juiste geloof, de overtuiging, mening of geaardheid hebt, is nu niet aan de orde. En die terreur is gelukkig voor velen van ons nog steeds ondenkbaar.
Al geldt dat vaak niet voor veel van onze nieuwe Nederlanders, die oorlogsgeweld of onderdrukking ontvluchtten. Zij die in de jaren 90 uit voormalig Joegoslavië vluchtten, of recenter uit Syrië of een van de andere brandhaarden in de wereld. Zij hebben vaak wel aan den lijve ondervonden, hoe het is om afgerekend te worden op hun mening, cultuur of geloof. Zij koesteren de zegeningen van vrijheid en democratie vaak meer dan zij voor wie het Nederlanderschap vanzelfsprekend is.
Anders mogen denken en dat uiten is een van de grootste zegeningen van onze vrijheid. In deze minder vrije periode is de vrijheid van meningsuiting, anders dan tijdens de Tweede wereldoorlog, intact gebleven. Het is een groot goed, een grondrecht. In het leven geroepen om zonder angst voor vervolging je mening te kunnen uiten.
Inmiddels wordt het recht op vrijheid van meningsuiting niet alleen gezien als bescherming tegen de macht van de staat, maar regelmatig ook als excuus om ongelimiteerd meningen te uiten over anderen. Vrijheid van meningsuiting betekent niet de vrijheid nemen om alles maar te zeggen wat je vindt, waarbij je anderen beschadigt.
Onze onvrijheid tijdens de coronacrisis lijkt dit nog meer in de hand te werken, lijkt ons nog meer te polariseren. In het begin van de coronacrisis was de boodschap die overheerste vooral dat we voor elkaar moesten zorgen. Meer en meer kwamen er geluiden van onvrede, verongelijktheid en wantrouwen. Het is verontrustend hoeveel mensen het vijanddenken omarmen. Dat er geloofd wordt dat de coronacrisis ons niet overkomt, maar dat er per se een schuldige, een zondebok moet worden aangewezen. Dat er gedacht wordt dat er complotten zijn om de mensheid te onderwerpen. Dat in ons vrije land mensen van Aziatische afkomst worden uitgescholden en bespuugd omdat zij als de verpersoonlijking van het virus worden gezien.
Al moeten we niet vergeten dat het de meeste mensen nog altijd lukt te leven met de beperktere vrijheid, zonder dat ze zich beklagen, zonder dat ze lelijke dingen twitteren, zonder complottheorieën aan te hangen over satanische pedofiele netwerken.
Ondanks de moeite die populisten zich getroosten om ons anders te doen geloven, leven we nog steeds vreedzaam samen met andere geloven, andere culturen, andere levenswijzen. De sleutel is respect en verdraagzaamheid. In alle gevallen begint vrijheid met respect voor elkaar en respect voor de rechten van een ander. Juist ook in moeilijkere tijden. Juist ook als je merkt dat je lontje korter wordt door de onzekerheid en beperkingen van de vrijheid.
Respect en verdraagzaamheid betekent ook begrip hebben voor de ander, en opstaan voor de ander als deze in nood is. Op dit moment zijn er wereldwijd 80 miljoen mensen op de vlucht voor oorlog, onderdrukking of honger. Misschien zijn we vergeten dat in de periode ’40-45 ook veel Nederlanders moesten vluchten, onderduiken of evacueren. Zij werden vaak opgevangen met gevaar voor eigen leven.
Ook zij waren op zoek naar veiligheid, een grotere kans om te overleven, op zoek naar wat geluk. De term ‘gelukzoeker’ wordt vaak negatief gebracht, maar zijn we dat niet allemaal? Zijn we niet allemaal op zoek naar geluk?
Laten we voor elkaar blijven zorgen. Zowel voor hen die daadwerkelijk moeten vluchten voor oorlog, honger of terreur, als voor hen die uit angst of onmacht vluchten in complottheorieën. Herdenken is ook denken wanneer je zelf zou vluchten. Hoe ver zou jij gaan om te ontsnappen aan oorlog of uitzichtloosheid, hoe ver zou jij gaan om je kinderen een toekomst te geven? Laten we elkaar niet in de weg staan in onze gemeenschappelijke zoektocht naar geluk, maar elkaar juist omarmen.